U bent hier: Home Den Haag Situatie in Den Haag
Document acties

Situatie in Den Haag

Het artistiek milieu in de hofstad was van een voornamer en rustiger karakter dan het Amsterdamse in deze periode. Het bosrijke en chique Scheveningen oefende sinds het einde van de negentiende eeuw een grote aantrekkingskracht uit op tal van Nederlandse kunstenaars die zich wensten af te sluiten voor het stedelijk gewoel. Dit verklaart het feit dat er rond 1914 sprake was van een heuse kolonievorming van kunstenaars en kunstminnaars in vooral dit deel van Den Haag. Bij het uitbreken van de oorlog verlieten veel buitenlandse gasten Scheveningen, maar weldra werden de vacante woonruimtes door beter gesitueerde vluchtelingen ingenomen. De Haagse schilder Albert Roelofs ontving onder anderen de uit Vlaanderen gevluchte kunstenaar Victor Gilsoul als gast in zijn villa 'De Kinkhoorn' tijdens diens kortstondig verblijf in Nederland. Beiden kenden elkaar nog uit een vroegere periode in Brussel. Een getekend portret van Gilsoul, gedateerd 'Scheveningen 1914' herinnert nog aan hun contact. 




Afb. Albert Roelofs, Portret van Victor Olivier Gilsoul, 1914
Niet ver van Roelofs vandaan zette de bewoner van Villa Quambi, de bekende havenschilder Johan Hendrik van Mastenbroek, zich als secretaris van de Haagse Kunstkring eveneens in voor de gevluchte Belgen. Samen met dr. Snijder van Wissekerke en Philippe Zilcken organiseerde hij een verloting van kunstwerken ten bate van de gedupeerde Belgen. 1 Later herinnerde hij zich zijn rol in de hulp aan de vluchtelingen: 'Ik heb indertijd ook de Belgische schilders zooveel mogelijk bij elkaar verzameld, we bezorgden ze een gelegenheid, waar ze konden werken en tentoonstellen en we bezorgden hun goedkoope verf en linnen zoodat zij konden voortgaan, zich aan hun werk te wijden en zoo hunne ellende tenminste zooveel mogelijk te vergeten. De schildersvereenigingen richtten toen het Nederlandsche Steuncomité voor Beeldende kunstenaars op; ik behoorde tot de oprichters en heb er vele jaren deel van uit gemaakt, vele schilders geholpen met verf, doek en penseelen; we maakten voor alle kunstenaars, die het noodig hadden pakketjes en m'n zoontje bracht die met een kruiwagen naar het postkantoor. We kochten ook werken aan, kortom we probeerden te steunen waar dat maar mogelijk was; ik heb zelf nog eens een tijd zonder overjas geloopen omdat ik de mijne had geleend aan Victor Gilsoul, die zonder een behoorlijk kleedingstuk uit België was gevlucht'.2 Belgische kunstenaars als Emmanuel Viérin, Maurice Guilbert, Isidoor Opsomer en zelfs Rik Wouters deden allen een beroep op Van Mastenbroek. Zijn hulpvaardigheid werd na de oorlog officieel erkend, onder meer door een eervolle tentoonstelling.3

 



[1]

Tent. cat. Catalogus van de nationale tentoonstelling van kunstwerken met daaraan verbonden verloting ten bate van het Koninklijk nationaal steun-comité 1914, Den Haag (Pulchri Studio) 1914-1915

[2]

Tent. cat. Catalogus van de nationale tentoonstelling van kunstwerken met daaraan verbonden verloting ten bate van het Koninklijk nationaal steun-comité 1914, Den Haag (Pulchri Studio) 1914-1915

[3]

A. Glavimans, J.H. van Mastenbroek vertelt zijn herinneringen ter gelegenheid van zijn zeventigsten verjaardag. Aangevuld met een beschouwing over zijn werk, Rotterdam/Antwerpen 1946, pp. 42-44

Datum laatste wijziging: 17-09-2012 14:05