U bent hier: Home Amsterdam l'Echo Belge en Open Wegen
Document acties

l'Echo Belge en Open Wegen

Enige maanden voor het verschijnen van De Vlaamsche Stem werd in Amsterdam in oktober 1914 de franstalige krant 'l'Echo Belge' uitgegeven. Hoewel deze zich niet openlijk vijandig opstelde tegenover de flaminganten, leidde het gelijktijdig bestaan van beide bladen toch tot spanningen binnen de Belgische culturele gemeenschap in Nederland. Tot de initiatiefnemers behoorde onder meer de Antwerpse publicist Charles Bernard, wiens portret door Isidoor Opsomer tijdens de oorlog is vervaardigd.1 afb. 1X Isidoor Opsomer, Mansportret, vermoedelijk Charles Bernard, ca. 1914-1918Image fullsize Toon in RKD database   Bernard is een van de voorbeelden van literatoren die in nauw contact stonden met diverse kunstenaars en ook tijdens de oorlogsjaren gebruik maakten van dit netwerk. In 1918 publiceerde hij als balling in Amsterdam een artikel in het maandschrift De Cicerone, waarin hij de Belgische kunstschool als een organisch geheel presenteerde dat wortelt in de gemeenschappelijke geschiedenis van het land. Hij besloot zijn beschouwing met de even hoopvolle als verzoenende woorden: 'Onze schilders in ballingschap. Dit zou een hoofdstuk zijn waard te worden opgeteekend in de geschiedenis van dezen oorlog, in die van onze kunst eveneens. Zullen zij van deze ballingschap een nieuwe trilling meebrengen, en indrukken, gelukkige indrukken, zullen zij gevoelig en duurzaam blijven in een nieuwe orienteering van onze school, welker vitaliteit en kracht zich juist kenmerkte door een altijddurende vernieuwing'.2

 


afb. 1
  

 

 

 

 

 

 

 

Naast de oprichting van deze kranten voor Belgen in Nederland is het nog van belang om een ander politiek-cultureel initiatief te noemen. In november 1917 was De Ridder een van oprichters van de Belgische Moderne Kunstkring 'Open Wegen', die een reactie op de behoudende kunstpolitiek van de officiƫle vertegenwoordigers van de Belgische overheid in Nederland (d.i. Isidoor Opsomer en Rodolphe Wijtsman in samenwerking met conservator van het Stedelijk Museum Cornelis Baard, Maurice Guilbert en Edmond Glesener) wenste te vormen. Het oprichtingsmanifest is ondertekend door Willem Paerels, Gustave de Smet, de architecten Jan Pauw, Huib Hoste en Louis van der Swaelmen en de beeldhouwer Jules Vermeire. In antwoord op een brief van Theo van Doesburg schreef een van de vertegenwoordigers van het secretariaat van de kunstkring dat 'gezien onze Belgische toestanden' de leden geen vastomlijnde uitgangspunten hanteerden zoals die golden bij De Stijl. In de brief aan Van Doesburg stelde het secretariaat: 'Daarom willen wij bijeenbrengen deze kunstenaars die het gewone pad niet begeeren te volgen, maar die met volle bewustzijn zoekend zijn naar open toekomstwegen'.3 Met uitzondering van Jules Schmalzigaug kenschetst Open Wegen de Belgische kunstenaars als behoudsgezind. In februari 1919 keerde De Ridder terug naar Belgiƫ en in samenwerking met Paul Gustave van Hecke werd hij, na zijn ervaringen met Open Wegen, met succes pleitbezorger van het Vlaams Expressionisme. De kennismaking met de moderne Franse kunst in Amsterdam en zijn bijdragen aan diverse weekbladen en tijdschriften hadden mede de bodem gelegd voor deze koerswijziging.

 



afb. 1 Isidoor Opsomer, Mansportret, vermoedelijk Charles Bernard, ca. 1914-1918

[1]

Opsomer heeft in 1925 nog een portret van Bernard geschilderd, zie: P. Colin, Isidore Opsomer, Brussel 1933, pl. XV

[2]

H. de Boer, 'Belgische kunstschool', De Cicerone, jrg. 1, nr. 10, Den Haag 1918, p. 345

[3]

Brief secretariaat van 'Open Wegen' aan Theo van Doesburg, 8 december 1917, RKD, Archief en bibliotheek Theo en Nelly van Doesburg, inv. nr. 255

Datum laatste wijziging: 30-01-2012 11:10