U bent hier: Home Kunstenaars in andere plaatsen Het Gooi
Document acties

Het Gooi

Vanaf de negentiende eeuw ontstond in Het Gooi een kunstenaarsenclave, die aan het begin van de twintigste eeuw een welhaast religieus karakter aannam. Met name in Laren, Blaricum en Bussum concentreerde zich de aanwezigheid van kunstenaars, schrijvers en idealisten die de stedelijk omgeving wilden ontvluchten. Het aandeel Belgische vluchtelingen is tot 1919, toen een tweede exodus op gang kwam, beperkt. Valentijn van Uytvanck woonde echter vanaf 1914 gedurende de hele oorlog in Bussum. Hij ontvluchtte zijn geboorteland als anti-militarist en mogelijk was de pacifistische cultuur onder kunstenaars in Het Gooi een motief om naar deze streek te trekken. Hij vond blijkbaar snel zijn draai in Nederland, nam aan talrijke tentoonstellingen deel en tekende er onder meer een portret van de bevriende schrijver en dorpsgenoot Frederik van Eeden. afb. 1X Valentijn Edgar Van Uytvanck, Portret van Frederik van Eeden (1860-1932), 1916Image fullsize Toon in RKD database  Hij was samen met onder meer zijn landgenoot Ost betrokken bij de oprichting van het kunstenaarsgenootschap 'De Smeden' in Blaricum.1 In de begeleidende catalogus van de tentoonstelling in het Stedelijk Museum in 1918 zijn opzettelijk de namen van de deelnemende kunstenaars weggelaten. De schilderijen werden desgewenst bij aankoop door de vervaardiger gesigneerd.2 Al tijdens de oorlog, maar vooral nadat hij in 1919 naar Amsterdam verhuisde, werd Van Uytvanck een gezocht portrettist in de literaire en artistieke kringen. De roem die hij vergaarde, bleek niet weggelegd voor zijn collega en dorpsgenoot Albert Geudens. Na de evacuatie van Mechelen week Geudens uit naar Bussum waar hij tot het einde van de oorlog zou blijven wonen. Hij nam aan diverse tentoonstellingen deel met zijn werk dat wat stijl en onderwerp betreft aan leek te sluiten bij de gangbare Larense interieurstukken.

Over het verblijf van William Degouve de Nuncques in Het Gooi is meer bekend. Aanvankelijk belandde hij aan het begin van de oorlog in Dordrecht, waarna hij met zijn vrouw een woning vond in Amsterdam. In de zomer van 1917 kon hij tijdelijk in de villa 'De Borne' van de schrijfster Augusta de Witt in Laren wonen. Daarna betrok hij een woning aan de Singel in Bussum, voordat hij een afgelegen huisje in Blaricum vond. Hoewel hij aan verschillende tentoonstellingen deelnam in Nederland, en er enige vrienden en kennissen had, waaronder Toorop, Bremmer en Plasschaert, verkoos hij een verblijf in relatieve afzijdigheid.3 In het nabijgelegen Huizen woonde sinds 1915 de Belgische beeldhouwer Jules Vermeire, die zich na een kort verblijf in Den Haag in de vissersplaats had gevestigd. Voor de oorlog woonde hij al enige tijd in Haarlem, na zijn vlucht uit Belgiƫ bleef hij voorgoed in Nederland wonen en werken.

 



afb. 1 Valentijn Edgar Van Uytvanck, Portret van Frederik van Eeden (1860-1932), 1916

[1]

L. Heyting, De wereld in een dorp. Schilders, schrijvers en wereldverbeteraars in Laren en Blaricum 1880-1920, Amsterdam 1994, pp. 165-170.

[2]

Tent. cat. Catalogus van De Smeden. Blaricum, Amsterdam (Stedelijk Museum) 1918

[3]

H. Wijgergangs, Een stille hoek in het luide leven. Leven en werk van William Degouve de Nuncques, Leiden 1995 (ongepubliceerde doctoraalscriptie, Opleiding Kunstgeschiedenis, Universiteit Leiden)

Datum laatste wijziging: 12-10-2011 13:30