U bent hier: Home Kunstenaars in andere plaatsen Domburg
Document acties

Domburg

Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef een aantal gevluchte Belgische kunstenaars in Domburg. Deze badplaats ontwikkelde zich in het begin van de twintigste eeuw tot een belangrijk centrum van vooruitstrevende kunst, waar luminisme en neo-impressionisme tot bloei kwamen. Op initiatief van Toorop vonden vanaf 1912 de spraakmakende 'zomertentoonstellingen' plaats in het speciaal voor dit doel opgerichte paviljoen aan het strand. In 1915 was de Antwerpenaar Jozef Posenaer vertegenwoordigd met twee schilderijen. In dezelfde zomer nog stelde hij 28 werken tentoon in Domburg, die echter niet geheel de goedkeuring konden wegdragen van de in dit geval wat al te kritische Plasschaert, die schreef: 'Joseph Posenaer vertoont zich hier als een zwak schilder van landschap en intérieur, en als een, die zich uit een duisterder gamma beweegt naar klaarder (?) licht'.1 Posenaer, noch zijn landgenoot Jean Gouweloos die in Domburg en Scheveningen verbleef, lijkt nauwelijks beïnvloed door de moderne stromingen die het beeld van de zomertentoonstellingen bepaalden.

Hetzelfde geldt voor de Kortrijkse kunstenaar Emmanuel Viérin die na een verblijf in Oostkapelle in 1916 zijn intrek nam in villa Ruimzicht in Domburg. Ook zijn stijl bleef in Domburg onveranderd, hetgeen in een monografiche studie van Frans de Vleeschouwer in positieve zin werd uitgelegd: 'Viérin was immers reeds een gevestigd schilder, toen de wereldramp uitbrak; de onderwerpen, die hij in Nederland aantrof, waren daarenboven voor hem niet nieuw en waren zoo nauw verwant met deze, die hij ontleende aan onze eigen kuststreek, dat zij omzeggens geen kentering in zijn werk konden veroorzaken'.2 Dankzij zijn opgebouwde vermogen kon de kunstenaar in Nederland op betrekkelijk ruime voet leven, evenals zijn vriend Gouweloos. Artistiek begaf Viérin zich in het officiële kunstcircuit van musea en verenigingen waarin een gematigde richting de boventoon voerde. In 1916 en 1917 nam hij wel deel aan de zomertentoonstellingen. Toch bleef ook in deze schijnbaar onbezorgde tijd de oorlog altijd dichtbij: 'Hoewel hij de eerste maanden door een diep dal ging – Viérin zelf spreekt van een depressie – integreerde hij zich mettertijd goed in het culturele leven. De oorlog was echter nooit veraf. Er was natuurlijk de onzekerheid over het lot van zijn zonen, in militaire dienst aan of achter het front. En de berichtgeving over zijn huis en atelier in Kortrijk was weinig hoopgevend. In de loop van 1916 raakte bekend dat zijn atelier geplunderd was'.3 In het overwegend zonnige werk van Viérin leek de oorlog buitenspel gezet.



[1]

A. Plasschaert, 'Jos. Posenaer (een Antwerpsch schilder) te Domburg', Het Vaderland, 8 juli 1915 (RKD, Collectie Persdocumentatie/Posenaer)

[2]

F. de Vleeschouwer, Kunstschilder Emmanuel Viérin, Kortrijk [1935], p. 27

[3]

J. de Smet, 'Tussen impressie en melancholie', in: Emmanuel Viérin 1869-1954. Schilder van het licht, Antwerpen 2004, p. 21

Datum laatste wijziging: 12-10-2011 13:30